Plaatsing van een onderste geleidebalk

Elk composiet claustrapaneel moet uit een onderste en een bovenste geleidebalk bestaan. De profielen van de onderste geleidebalk en van de bovenste geleidebalk zijn identiek.

De onderste geleidebalk is voorzien voor plaatsing op een paalsteun (waarbij ze op de steun rust) en voor plaatsing in beton (waarbij ze dan op de grond of op het betonblok rust). Deze balk bezorgt de eerste plank extra stijfheid en beschermt haar ook tegen contact met de grond.
Schuif bij de plaatsing eerst de onderste geleidebalk in de opening van de paalsteun tegen de paal.

Plaats in het geval van plaatsing in beton de onderste geleidebalk op de betonsokkel tegen de buitenwand van de paal en zorg ervoor dat de geleidebalk zich recht vóór de opening van de paal bevindt.

Schuif vervolgens de eerste plank in de groef van de paal tot ze op de onderste geleidebalk rust.
Het is mogelijk om de onderste geleidebalk vooraf aan de eerste plank te bevestigen met een (niet meegeleverde) roestvrijstalen schroef met een Ø 4 x 30 mm met gefreesde kop wanneer u de plank vooraf doorboort - en ervoor zorgt dat ze daarbij niet barst.

  • Zie in dit verband PU11